De school ging uit om kwart over drie. Op een twee”mans”school (sorry hoor, Juf Hennie Nienhuis!) zijn er niet zoveel personeelsvergaderingen nodig. Ik was dan ook  – zeker in de zomermaanden – om half vier thuis. Wel met een stapeltje nakijkwerk natuurlijk en een paar boekjes om de lessen voor de volgende dag voor te bereiden, maar toch, wat een luxe!

Achter de hoofdenwoning hadden we een stukje moestuin met wat sla, sperzieboontjes en witlof. En verder een bloemenborder met riddersporen en monnikskappen, zo mooi als ik ze nooit meer in m’n leven heb kunnen telen. Ach ja, het geheugen is een wonderlijk instrument! Als meester zo in de tuin bezig was liepen de mensen wel eens langs. Altijd met een groet, vaak met wijze raad: zo’n schoolmeester zou immers wel niet zoveel van tuinieren afweten! Soms ook – als ze je in overall een stuk tuin zagen omspitten – lieten ze hun waardering blijken: ”Zo, meester, ook aan het werk?”

Sibert Meurs